Het groot kerkhof
Wie niet tot de hoogste stand behoorde vond zijn laatste rustplaats buiten, rond de Sint-Quintinuskerk. Het kerkhof spreidde zich, steeds standbewust, over drie percelen aan de huidige Vis- en Fruitmarkt: één plek voor de gegoeden, een armen- en een engelenkerkhof. De doden vonden echter weinig peis en vree tussen de huizen, ravottende kinderen en achtergelaten troep. Stilaan heerst ook latent plaatsgebrek. In 1796 koopt de stad van de zusters van het H. Graf een perceel van 16 bunder buiten de Kempische Poort, in de Vilderstraat. Hier wordt een nieuw kerkhof aangelegd. Maar ook dat zal in 1930 te klein blijken. De begraving verhuist dan naar het zuiden van de stad, aan de Sint-Truidersteenweg.