Dinanderie
Sinds de 12de eeuw had het Maasbekken het monopolie van de messinggieterij met, tot het midden van de 15de eeuw, de stad Dinant als belangrijkste centrum. Vanwaar de term dinanderie. Een op zeven inwoners waren er actief als koperslager en gieter van geelkoper. Messing of geelkoper verkrijgt men door de vermenging van koper en zink. Na de verwoesting van Dinant door Karel de Stoute zochten vele messingbewerkers hun toevlucht in Maastricht (Jan Aerts), Aken en het Brabantse Leuven (Jan Veldener) en Mechelen (Jean Cauthals).