De biechtstoelen
De biechtstoel is een uitvinding van de 17de eeuw. Het meubel komt tegemoet aan de aanbevelingen van Carolus Borromeus voor meer privacy: een goed afgesloten kamertje bergt de zetel van de priester, afgescheiden van de evenzeer beschutte knielcellen der boetelingen. De bewaarde biechtstoelen in de H. Kruiskapel en de O.-L-Vrouwkapel zijn met elkaar verwant. De eerste toont de beelden van de hoofddeugden: de Matigheid, de Sterkte, de Voorzichtigheid en de Rechtvaardigheid. De andere de twee modelzondaars Petrus en Maria Magdalena, geflankeerd door de Vertroosting en het Berouw.
De preekstoel
De predicaties worden onder impuls van de Jezuïeten steeds belangrijker. Meteen wordt ook de kansel een monumentaal akoestisch meubel, van overal in de kerk zichtbaar voor de aangesproken gelovige. De gesculpteerde versiering is dikwijls zelf een prediking. In de kuipnissen staan zijn voorgangers in de prediking: St.-Quintinus en de vier evangelisten. Pastoor-deken Jan Fredericx heeft hem in 1637 gedeeltelijk zelf bekostigd. Kleine wapenschilden in het fries van het klankbord getuigen van de bijdragen van de familie Neven en de familie Munters-Vilters.