Loading...

(1) H. Barbara van Nicomedia (Limburgs, mogelijks Hasselts atelier, ca. 1510)

Haar beeltenis is zowat in alle Limburgse bedehuizen terug te vinden. Met de H. Margaretha, de H. Catherina en de H. Dorothea vormt ze de groep van de Virgines Capitales en vier van de 14 heilige Noodhelpers. Zoals de meeste heiligen is haar leven en martelaarschap een bloedstollend verhaal. Ze is de verblindend mooie dochter van de satraap van het heidense Nicomedia. Om haar af te schermen van begerige ogen sluit hij haar op in een toren. Deze toren is dan ook een vast attribuut bij haar beeltenis. Door Origenes opgevoed bekent ze zich tot het geloof. Bij de uitbouw van haar toren laat ze drie vensters metselen, als getuigenis voor haar geloof in de H. Drieëenheid. Na haar vlucht in een grot wordt ze gevangen genomen en op bevel van haar vader gemarteld en onthoofd. Maar gelijk wordt haar vader neergebliksemd. De aanblik van haar beeltenis beschermt dan ook tegen een schielijke dood, zonder biecht en heilige sacramenten. De toren en de vlucht in de grot maakt haar tot patrones van de steenhouwers, mijnwerkers, bouwmeesters, metsers, gevangenen, kanonniers, klokken- en geschutsgieters. Naamdag: 4 december

(2) H. Catherina v Alexandrië (Brussels of Maaslands atelier, 1490-1510)

Zij staat symbool voor het contemplatieve leven en is als dusdanig de tegenpool van de H. Barbara, symbool van het actieve leven. Keizer Maxentius confronteert Catherina en haar geloof met 50 heidense wijsgeren. Maar ze verweert zich met glans, waarop de vorst haar meermaals laat radbraken. Maar daar verschijnt een engel die het rad vernietigt. Uiteindelijk wordt ook zij onthoofd. Keizer Maxentius en het gebroken rad liggen veelal aan haar voeten. Ook het zwaard en de bijbel behoren tot haar attributen. Die benoemen haar dan ook tot patrones van de godgeleerden, klerken en schrijvers, maar ook van de ‘radgebruikers’ zoals de spinsters, wagenmakers, molenaars, schippers, en, omwille van het zwaard, de barbiers. Naamdag: 25 november

(3) H. Lucia van Syracuse (Maaslands atelier. Meester van Eyckiaanse Vrouwenfiguren, 1440-1450)

Wanneer zij met haar moeder in Catania het graf bezoekt van de H. Agatha komt het tot een wonderbaarlijke genezing. Hierop verdeelt Lucia haar bezittingen onder de armen. Tot absolute ergernis van haar heidense bruidegom, die haar prompt aanklaagt omwille van haar geloof. Aanvankelijk wordt ze veroordeeld tot het bordeel, maar zelfs ossen krijgen haar niet van plek en de vlammen van een brandstapel deren haar evenmin. Tenslotte wordt ook zij met het zwaard omgebracht, ditmaal in 304, onder keizer Diocletianus. Vandaar het zwaard door haar keel, het boek dat verwijst naar haar geloof en de palm naar haar martelaarschap. Ze is de patrones van het weversambacht. Dat ze toch het gezicht behield ondanks het verlies van haar ogen tijdens de folteringen die haar executie voorafgingen, maakt haar tevens tot aanroepster van de blinden. Ook zij behoort tot de meest populaire heiligen in Limburg. Naamdag: 13 december

(4) H. Dymphna van Geel (Maaslands atelier, Meester van Eyckiaanse Vrouwenfiguren, 1440-1450)

De identiteit van dit beeld wordt betwist. De verslagen demon of duivel aan haar voeten is immers ook het attribuut van de H. Margaretha van Antiochië. Spijtig genoeg is een ander oorspronkelijk attribuut in haar rechterhand verdwenen. Voor de H. Dymphna pleit de aanwezigheid, eertijds, van een aan haar toegewijde kapel en altaar in de zuidelijke zijbeuk. Dymphna is de dochter van de Ierse koning en leefde in de 7de eeuw. Wanneer haar vader zich aan haar wil vergrijpen vlucht ze naar het vasteland. Maar ze wordt ontdekt in Geel en aldaar vermoord en begraven. De duivel aan haar voeten verwijst naar haar overwinning op de tegennatuurlijke zonde. Zij is de patrones van de bezetenen en de geesteszieken. Met de toevoeging van een tang heeft men haar trachten om te dopen tot de H. Apollonia van Alexandrië, aanroepen tegen de tandpijn. Naamdag: 15 mei

(5) H. Brigitta van Kildare (Maaslands. Meester met de Pijpeplooien (?), 1460-1470)

Zij is niet enkel de stichtster van de abdij van Kildare maar ook de patrones van het adellijk stift van Munsterbilzen. Vandaar haar kloostergewaad, dito kapmantel, de abdissenstaf en het opengeslagen boek waarmee ze getuigenis aflegt van haar geloof. Bekend om haar gastvrijheid, wordt ze steeds afgebeeld met een rund aan haar voeten. Ze is dan ook behoedster van het vee en het neerhof. Naamdag: 1 februari

(6) H. Stefanus (Limburg, atelier van Jan van Steffesweert, 1520-1530)

Hij is één van de 7 diakens, door de apostelen aangesteld in Jeruzalem. Stefanus draagt de dalmatiek boven de albe en is de eerste martelaar van de christelijke kerk. Gestenigd draagt hij enkele stenen van zijn martelaarschap in de plooi van zijn dalmatiek. Geen wonder dat hij dan ook de beschermheilige is van de steenhouwers. In de rechterhand getuigt een opengeslagen bijbel opnieuw van zijn geloof. Naamdag: 26 dember

(7) H. Lambertus van Luik (Maaslands atelier, ca. 1572)

Als missionaris van Kempen en Maasland staat Lambertus vooraan de Maaslandse heiligen. Ca. 669 volgt hij de vermoorde H Servatius op als bisschop. Maar ook hij komt gewelddadig om in zijn Luikse residentie, ca. 705 vermoord door twee Frankische edellieden. We zien hem in bisschoppelijk gewaad met rode mantel, afgeboord met gouden franjes en daarboven een blauw afgezoomde koorkap, gesloten met een gesp. In de handen houdt hij zijn bisschopsstaf en een Bijbel. Naamdag: 17 september

(8) H. Cornelius, paus (Maaslands. Luiks atelier 1520-1530)

Zijn devotie werd vooral verspreid door de niet zo ver van Aken gelegen abdij en bedevaartsoord van Kornelimünster. Hij stierf in 253, na zijn verbanning naar Civitavecchia door keizer Gallus. Hoewel paus in de tijd van het vroege christendom draagt hij een eigentijdse tiara, staf en pauselijk ornaat met amict, albe en koorkap, onderaan versierd met franjes en vooraan dichtgehouden met een drielobbige sluitspeld. De gouden hoorn is zijn gebruikelijk attribuut. Hij werd dan ook aanroepen ter bescherming van het hoornvee. Naamdag: 14 september

(9) H. Rochus van Montpellier (Maaslands atelier, ca. 1520)

In de 15de eeuw wordt verhaald hoe Rochus, een eeuw daarvoor, zich op zijn pelgrimstocht naar Rome onderweg bekommerde over pestlijders. Tot hij zelf door de dodelijke ziekte werd getroffen en zich terugtrekt in het bos. Daar wordt hij verzorgd en wonderlijk genezen door een engel. De hond die hem in het bos brood bracht wordt steeds aan zijn voeten getoond. Zelf is hij gekleed als bedevaarder, met staf, kalebas, grote hoed en reistas. Als zgn. ‘pestheilige’ beschermt hij mens en dier tegen besmettelijke ziekten. Maar het franse ‘roche’ in zijn naam maakt hem ook tot patroon van steenhouwers en vloerders. Naamdag: 16 augustus

(10) H. Leonardus van Noblac (Limburgs atelier, 1520-1530)

Zijn ouders leefden aan het Merovingisch hof van Clovis, waar hij door de H. Remigius werd opgevoed en gedoopt. Hij richt een klooster op in Noblac bij Limoges. Daar hij tijdens zijn leven geregeld gevangenen bezocht en ook bijdroeg tot hun gratieverlening wordt hij voorgesteld als een lachende monnik met ketenen over de arm, waaraan tonnetjes bengelen. Hij draagt een lang gewaad met kap, een abtstaf en een gebedenboek. Hij werd aanroepen door vrouwen in barensweeën, en door allen die geketend waren, zowel gevangenen als geesteszieken. Naamdag: 6 november

(A) H. Cornelius

Hij is, zoals het beeld, afgebeeld als paus, met mijter, kromstaf, albe, dalmatiek en kazuifel. De hoorn in zijn linkerhand is zijn persoonlijk attribuut. ‘Cornu’ verwijst naar zijn naam. Tegelijk wordt hij getoond als beschermheilige van de boeren en hun hoornvee.

(B) H. Antonius abt

Sinds zijn 20ste jaar leeft hij als kluizenaar afgezonderd in een grot, dicht bij zijn geboortestad (° ca. 251) Heracleia in Egypte. Vervolgens trekt hij de woestijn in, waar hij getergd wordt door de duivel. Ter zijner ere wordt in 1095 de hospitaalorde der Antonieters gesticht. Hij draagt een bruine pij met kap en de abtstaf. In de andere hand draagt hij een boek en een belletje. Dit laatste verwijst naar de gewoonte van de Antonieters om met een bel hun verzorgende komst bij de pestlijders aan te kondigen. De vlammen aan de voeten van de eremijt verwijzen naar het gevreesde Antoniusvuur, een besmettelijke ziekte die de uiteinden van de ledematen laat afsterven. Naamdag: 17 januari

(C) H. Lucia

Haar beulen zijn duidelijker kleiner van gestalte en dragen een korte tunica en hoge puntlaarzen. Ze worden gedomineerd door de H. Lucia, gehuld in een wijde mantel. In de Koninklijke Musea van het Brusselse Jubelpark zijn aquarellen bewaard, in 1926 door C. Tulpinck gemaakt, in opdracht van de Koninklijke Commissie voor Monumenten, dit in voorbereiding van hun ingrijpende restauratie vanaf 1936, door H. Leegenhoek.