In de middenbeuk verzamelt zich het godsvolk voor de eucharistieviering, in oorsprong in een open ruimte, zonder stoelen of banken. De zijbeuken werden als processiegang gebruikt om in de dwarsbeuk, aan de communiebank het H. Brood te ontvangen, gewijd, in de geheiligde koorruimte, tijdens de consecratie.
De barokke preekstoel (1637) met de voorstelling van St.-Quintinus en van de vier evangelisten, stond oorspronkelijk dan ook in de middenbeuk. Op de kuip en het klankbord verwijzen wapens opnieuw naar de sponsors, de families Neven en Munters en pastoor J. Fredericx van Lummen. Het meubel rust op een sokkel van zes saters op leeuwenpoten.
Aan de kooringang beheerst een Calvariegroep de ruimte. Het triomfkruis heeft sterk geleden tijdens de fameuze Beeldenstorm, maar werd door het Gentse atelier Bressers in 1889 grondig aangepakt. Aan weerszijden van de kooringang Maria en Johannes.
Uit 1536 stamt de arendlezenaar, een topstuk kopergieterij uit de renaissance. Een arend met gespreide vleugels en op de rug een vleermuis vormt het boekblad. Tegelijk omklemt hij met zijn poten een kleine kwelduivel. De voet wordt geflankeerd door de H. Quintinus, de H. Johannes Evangelist en de H. Maria met Kind.
Uit de renaissance stamt ook het koorgestoelte (1549), opgesteld ter attentie van 20 kanunniken in twee rijen van telkens vijf zitplaatsen. Hun perspectief gevoelige opbouw en versiering met cartouches, grotesken en vruchtenslingers roepen de stijl op van renaissancekunstenaar Hans Vredeman de Vries. Het bedoelde kapittel en dito kanunniken kwamen er echter nooit. Wel de in 1452 opgerichte zes man sterke Cantorij, die met hun gezang de eredienst enige luister bijzetten.
In dwarsbeuk en koor worden we nogmaals herinnerd aan Sint-Quintinus als het nieuwe Herkenrode. Het H. Sacrament van Mirakel blijft er het uitgangspunt voor een neogotische actualisering van de spiritualiteit der 7 Sacramenten. De Hasseltse schilder Godfried Guffens schildert ze in 1892, in het koor, begeleid door zeven maal drie nationale heiligen. De Luikse glazenier Joseph Osterrath (1845-1898) herneemt ze in de monumentale koorvensters rond het nieuwe hoofdaltaar, opnieuw een ontwerp van Pieter Peeters uit Antwerpen.
Aan de noordzijde van de dwarsbeuk verhaalt het lang gestrekt doek de ontwijding van de H. Hostie in Viversel, bij een ziekenzalving, nog eens herhaald op een paneel aan de westwand, terwijl aan de oostwand de apotheose van het H. Sacrament wordt voorgesteld. In de zuidelijke transeptarm de breeduit geschilderde overbrenging van het H. Sacrament naar Herkenrode, vergezeld van de aankomst van de kapelaan van Viversel in de abdij en het wonder van de schapen onderweg, tijdens de overbrenging. Boven het koorgestoelte leidt abdis Barbara Rivière d’Arschot een processie ter ere van het H. Sacrament.
We eindigen onze rondgang met twee meesterwerken. Boven het koorgestoelte rechts hangt de Calvarie, het enig bekende doek, uit 1576, van de Luikse humanist, dichter en schilder Domenicus Lampsonius (1532-1599). Hij was de privésecretaris van drie opeenvolgende Luikse prinsbisschoppen: Robert van Bergen, Gerard van Groesbeek en Ernest van Beieren. Hij correspondeerde ondermeer met de Italiaanse kunsttheoreticus Giorgio Vasari en schreef een boek over de beroemde Luikse renaissancekunstenaar Lambert Lombard.
En als we ons tenslotte omdraaien dan bewonderen we de imponerende orgelkast van schrijnwerker Antoon Bertrandt en André Beck (1790-1800). Wie regelmatig te gast is op de Hasseltse orgelconcerten weet inmiddels het instrument te waarderen dat eruit klinkt. Het atelier Schumacher en Spectrum (Lemmens-Roux) reconstrueerden in 2002 het uniek 18de eeuws instrument van Binvignat, dat nog zeldzaam 16de eeuws pijpwerk bewaart van het oudste orgel van Nicolas Niehoff.